Speelgoedzolder

Irma Ooijevaar




Het is gewoon een straat, dat zag ik in een droom.
Een grijze man stond wat verloren op de stoep,
vlak bij een deur die vriendelijk kierde.

Een meisje, jaar of zes, vlinderde naar buiten.
Vleugelloos, maar met twee huppelstaartjes.
Haar ogen straalden als een sterrennacht.

Ze riep de man, hij schuifelde de woning in.
Binnen wachtten wolkenwitte muren
en een glinstergouden wenteltrap.

Het meisje wees omhoog, hij knikte braaf.
Met elke tree smolt er wat stramheid weg,
totdat hij haast naar boven danste,

als een kind dat naar een speelgoedzolder mag.